In mijn eigen loopbaan heb ik kunnen ondervinden dat het beste voor hebben met mensen onontbeerlijk is als basis voor de opbouw en het behoud van normen en waarden, maar niet volstaat.
Hoofd en lijf
Mijn hoofd wilde dat zeker maar mijn lijf wist het niet en gaf tegenovergestelde boodschappen door. Vroeg me af hoe dat kwam en besefte dat al te vaak wantrouwen, voorzichtigheid, twijfel aan mensen, misprijzen, ongeloof, irritatie, schrik en frustratie in de weg zaten. En net dat is zichtbaar in lichaamstaal en iemands voorkomen. Net daarop worden we beoordeeld. Mensen lezen niet onze innerlijke intenties, maar wel onze lichaamstaal die de weerspiegeling is van hoger genoemde innerlijke gevoelens. Net deze gevoelens zetten een rem op onze vermogens tot aanvoelen en inleven, waardoor we mensen ontgoochelen, irriteren, kwetsen, miskennen en ontmoedigen.
Wat leerde ik hieruit?
Alle rijke talenten en mooie intenties volstaan niet. Mijn lichaam sprak een andere taal en heb die moeten aanleren. En leer nog steeds omgaan met wat in mijn lijf zit aan storende gedachten. Daar zit het echte werk: oefenen, erbij stilstaan en aandacht schenken, lessen trekken, ingaan op feedback, zelfs indien deze ons brutaal in de schoot wordt gegooid en er zelf naar op zoek gaan. Niet vanzelfsprekend, maar niettemin haalbaar en beslist de moeite.
En hoe doe ik dat?
De juiste aanpak is niet door al die storende gevoelens te bevechten noch door ze te negeren, maar door ze in volle bewustzijn te aanvaarden, waardoor we ze kunnen ontmijnen. Er staat ons tegenwoordig een weelde aan mogelijkheden voor zelfontwikkeling ter beschikking om hierin verder vooruit te gaan. Juist, ik zei het al, waarden zijn een werkwoord!