Wat doen we met overtuigingen van mensen waar we moeite mee hebben?
We ontmoeten allemaal in de dagelijkse omgang wel mensen die oordelen vellen over andere mensen, over groepen mensen, over de moslims of de walen, over de media. Radicale oordelen en overtuigingen waar we het dikwijls niet mee eens zijn en waar we zelfs moeite mee hebben. Waar populistische politici gretig op inspelen.
We kunnen er tegenin gaan op meerdere manieren:
We kunnen mensen proberen te overtuigen van hun ongelijk. Met feiten en redelijke argumenten.
We kunnen hun houding veroordelen.
We kunnen zelfs onze verontwaardiging uiten. Stoere uitspraken doen. Dit kan een gevoel van verbinding geven met de eigen groep, maar helpt de relaties met de anderen niet vooruit.
We kunnen in het verzet gaan, hun ideeën bestrijden. Maar dit roept alleen tegenreactie op.
Of we kunnen zwijgen. Maar dan vervallen we allicht in misprijzen en minachting.
Mijn ervaring leert mij dat geen van deze reacties leidt tot begrip bij de ander waardoor zij veranderen van inborst. Maar integendeel een verscherping van hun standpunten uitlokt. En hen nog versterkt in hun overtuiging.
Ik denk een beter idee te hebben.
Moesten we nu eens inzetten op onze nieuwsgierigheid, onze pure drang om te weten, een eigenschap die we allemaal bezitten?
Nieuwsgierigheid om mensen te leren kennen doet ons mensen bevragen op een open manier. Zonder oordeel vooraf. Het gaat over het verkennen van hoe de ander de werkelijkheid ziet. Ik heb ontelbare keren ervaren dat door deze houding, ik tot ontdekking kwam dat de ander de zaken totaal anders beleefde dan ik vooraf dacht. Meer genuanceerd, met andere klemtonen. Dat hij zijn menselijke kant liet zien. Zodat ik mijn eigen idee over hem moest bijstellen.
Het is mijn ervaring dat deze houding geen weerstand oproept, omdat de ander interesse ervaart. En dat laat opening voor een verder gesprek.
Alleen nieuwsgierigheid betonen. In de grond eenvoudig.
Het gaat over proberen te begrijpen, zonder te moeten goedkeuren, zonder te moeten akkoord gaan, zonder te moeten er gevoelsmatig in mee te gaan, noch solidariteit te betonen.
Er moet zelfs niet gestart worden met begrip voor de ander, alleen begrijpen. Dit kan dan leiden tot begrip, maar begrip is geen voorafgaande vereiste.
We moeten ons niet verplicht voelen om de ander te veranderen.
We moeten hen ook niet liefhebben.
Wat vergt dit van ons?
Zelf zorgen dat de eigen nieuwsgierigheid vrij is van stemintonaties en lichaamstaal die als een oordeel overkomen. De sleutel bij de gesprekspartner ligt meestal bij zijn emotionele ondertonen. Die signalen dus oppikken en verder verkennen en benoemen. De ervaring leert dat deze houding tot verbinding leidt. Het gebruik in onze reactie van zware emotionele bewoordingen zoals angst, woede, verdriet, haat, roept weerstand op en is dus te mijden. Lichtere emoties zoals: wat is je bekommernis, je bezorgdheid, wat houdt je bezig, wat stoort je terecht, wat is voor jou belangrijk, wat werkt je op de zenuwen, zullen we wél als gepaste aanknopingen ervaren.
Ik hoop in 2017 deze houding te zien opduiken bij politici en opiniemakers. Nationaal en internationaal.