Hij kwam gisteren in het nieuws. De geboren Indiër belichaamt de gedrevenheid van Google om ons leven integraal met technologie te ondersteunen.

Hij staat bekend als uitzonderlijk vriendelijk. Staat bij conferenties iedereen geduldig te woord. Zijn minzaamheid is tot ver buiten de Google campus bekend. Grootheidswaanzin lijkt hem vreemd.

Ik citeer uit een interview: ‘Wat mij altijd aantrok in Google, en het internet in het algemeen, is dat het de wereld meer gelijk maakt. Zoeken via Google werkt hetzelfde zolang je maar een computer hebt, of je nu professor bent aan Harvard of landbouwer in een afgelegen gebied. Daarom vind ik het belangrijk dat we met Google technologie bouwen die dingen mogelijk maakt voor iedereen in de wereld’.

Zijn gedrevenheid tot dienstbaarheid om de wereld te voorzien van technologie voor iedereen lijkt waarachtig en integer. Ze roept respect en vertrouwen op.

Maar houdt technologie op zichzelf de garantie in dat we er beter van worden?

Ik hoop dat we van die torenhoge technologische ambitie van Google ook allemaal beter worden. Maar als ons dagelijks bestaan steeds meer in technologie ingebed geraakt, wordt het dan niet hoogtijd dat we er bewuster leren mee omgaan, willen we niet de schaduwzijden van diezelfde technologie ondergaan? We kennen ze intussen: misbruik en criminaliteit, porno, het gigantisch electriciteitsverbruik, de onbenulligheden en de grove taal en de beledigingen op de sociale media, de vloedgolf van het mailverkeer, het gevaar dat de technologie ons lui maakt, de verslaving aan games en aan smartphones, de overdaad aan applicaties en toepassingen die we nooit gebruiken, de crashes en pannes….

Die prachtige dingen verdienen beter. Wordt het geen opdracht voor iedereen om stil te staan en overleg bij onszelf over wat er echt toe doet, voor bedachtzaamheid in gebruik, voor bewuste keuzes rond onze tijd, voor persoonlijke discipline ?

Sundar Pichai, de nieuwe CEO van Google, is een man met een persoonlijke missie: technologie voor iedereen