De Morgen van 8-9-16 had het over Het Gen, een intieme geschiedenis, van Siddartha Mukherjee. Een diepgravend en verhelderend boek over de rol van onze genen. Hoe ze kunnen bepalen wat we zijn.  Maar ook hoe de levensomgeving waarin we terechtkomen haar invloed kan doen gelden.

Daarnaast ging het over de grote ethische vragen die op ons afkomen nu we steeds verder in staat zijn om onze genetische structuur in kaart te brengen. Vooral, nu we de kennis en kunde onder de knie beginnen te krijgen om er in in te grijpen. Er wordt gedacht aan het corrigeren van ziekten en gebreken. Maar blijven mensen dan nog dezelfde? En wie zal beslissen om voor wat bij wie in te grijpen? Een mijnenveld voor de maakbaarheid van de mens.
Dit doet mij doordenken.

Hoe vrij zijn we dan?

Onze genen zijn dus machtig maar niet almachtig. Om te beginnen moeten ze hun macht delen met de invloeden uit onze omgeving: afkomst, opvoeding, opgroeiomgeving,…Bovenal staat tegenover deze twee de menselijke vrijheid. Dit drietal vormt een  complexe relatie waarover het laatste woord nooit zal gezegd zijn. Om het kort te houden, sluit ik mij aan bij de paradox van Julian Baggini *: Recognising how much our beliefs and commitments are shaped by factors beyond our control, actually help us to gain more control of them. Would our usual truths still appear so obvious if our upbringing or character had been different?
Sleutelwoorden zijn hier dus: erkennen, aanvaarden, in vraag stellen: allemaal uitingen van ons vermogen tot bewuste reflectie. Hier ligt onze mogelijke mate van vrijheid. De mens, geboren als onvolmaakt wezen, kan zichzelf dus overstijgen.  Ons bewust levensniveau op een hoger en dieper niveau brengen, is weliswaar een enorme uitdaging. Maar er is niets dat zegt dat het onmogelijk zou zijn. (Ik heb het hier dus niet over het gebruik van drugs en farmaca.)
Deze benadering om de dwang van onze genen te milderen door ons te  oefenen om bewust in het leven te staan, is in alle geval veel minder riskant dan leerling tovenaar te spelen door biotechnisch aan onze genen te sleutelen. Daarbij aan een fractie van de kost. En ik zie er ook de basis in om verantwoord te  kunnen omgaan met die technologische mogelijkheden van gen-aanpassingen.

Het nieuwe ondernemen: een terrein bij uitstek om de beperkingen van onze genen te relativeren

De ondernemers van de toekomst hebben dus gelijk als ze zich niet gelegen laten aan hun aangeboren beperkingen. Die laatste kunnen resulteren in beperkende overtuigingen in de aard van: ik kan dat niet, kan het niet aan, het is niet mogelijk, ik heb geen geld, geen relaties,……. Ondernemers leggen integendeel de focus op hun aangeboren talenten en op hun groeikwaliteiten.* Zo overstijgen ze zichzelf en verleggen ze grenzen. Ze overstijgen zich ook door zich te omringen met aanvullende genen.
Nobody is perfect, but a team can be.

Een voorbeeld? Richard Branson

Richard Branson lijdt aan dyslexie, een leergebrek dat het mensen moeilijk maakt om letters te lezen en te interpreteren. Zijn gebrek maakte het hem moeilijk om op school te slagen, omdat de leraars dachten dat hij lui of dom was. Terugkijkend echter zegt Branson dat zijn toestand hem tot een beter zakenman gemaakt heeft, omdat het hem leerde die aspecten te delegeren waar hij niet goed in was. Zo verwierf  hij de vrijheid om naar het groter plaatje te kijken om zijn business te doen groeien.

Ook de succesvolle Gentse ondernemer Mark Vandecruys heeft zijn studies moeten afbreken door dyslexie.

Gelooft u ook in de paradox van het erkennen en aanvaarden van de eigen beperkingen, om te mogen geloven in de onvermoede mogelijkheden die ze niettemin open laten?

*Julian Baggini: Freedom regained. The possibility of free will. Granta.

* Luk Dewulf: Ik kies voor mijn talent. Lannoo.

Onze genen: machtig maar niet almachtig. Ondernemen is ze overstijgen.