Mijn vader Antoon Bossuyt, stichter van Boss Paints, is zeer jong gestorven (einde 1964). Als oudste zoon had ik  zelfs nog 2 maanden legerdienst te doen. De naaste medewerker en rechterhand van mijn vader was dus in de eerste jaren na zijn dood mijn onvermijdelijke steunpilaar bij het leiden van  het bedrijf. Eén van zijn uitspraken in die periode is bij mij zwaar blijven hangen: ” jij bent zeer eerlijk, maar om zaken te doen mag je eigenlijk niet te eerlijk zijn !”.
Als introverte beginneling, reageerde ik niet onmiddellijk. Evenwel botste dit regelrecht met de idealen die ik in mijn studentenperiode meegekregen had (de inspiraties van mijn retorica-leraar, de toentertijd zeer progressieve studentenparochie in Leuven, de Franse paleontoloog, theoloog en visionair  Teilhard de Chardin, …). Onwillekeurig begon zich in de eerstvolgende beroepsjaren bij mij de reflex te ontwikkelen van : moesten we nu eens bewijzen dat, juist door eerlijk te zijn, en in eerste instantie de belangen en noden van klanten te behartigen en niet het eigen profijt na te jagen, we toch zakelijk kunnen scoren, misschien zelfs beter! Die gedachte heeft mij nooit losgelaten en werd de basismotivering voor mijn loopbaan van 40 jaar als bedrijfsleider. Een loopbaan gekenmerkt door veel vallen en opstaan, met veel zoeken en tasten .

De Vlerickschool als inspiratiebron voor klantgerichtheid.

Wat mij in 1965 op de Vlerick-school bijgebleven is, was de sterke klemtoon die de docent commercieel beleid  legde op het leren kennen van de klanten, er naar luisteren  en er consequent op inspelen. Geen gladde verkoopverhalen, geen gesofistikeerde marketing creaties om je producten te kunnen slijten. Ik had het daar niet als vanzelfsprekend verwacht, maar het sprak me ten zeerste aan en het sloot wél aan bij mijn jeugdidealen. Het werd de eerste hoeksteen om Boss op uit te bouwen . Want aanvankelijk was ik overtuigd dat ik geen enkele commerciële aanleg had. De voorbeeldfuncties die ik toen meemaakte rond commercieel zijn kwamen neer op: een radde tong hebben, klanten naar de mond kunnen praten en entertainen, een deal in ons eigen voordeel kunnen afdwingen …..Daarin voelde ik mij totaal machteloos. Dat was uiteraard niet bevorderlijk voor mijn gevoel van eigenwaarde.

En ik begon gelijk te krijgen.

Maar na 5-6 jaar kwam er een kentering. Ik begon gewaar te worden dat dingen die voor mij vanzelfsprekend waren, zoals: een houding van openheid, eerlijkheid, klantgerichtheid, correctheid en het nakomen van beloften, gepaard aan een goede vak- en dossierkennis, dikwijls al voldoende waren om commercieel resultaat te boeken. Dus zonder “commercieel” te moeten zijn en te praten ( of misschien zelfs juist daardoor ). Dit bleek dus toentertijd  geen gangbare zakelijke praktijk.

Het werd de basis voor duurzaam succes.

De gevolgen van deze aanpak, die unaniem door alle aandeelhouders gedeeld wordt,  laten zich 50 jaar later nog steeds voelen. Boss Paints blijft als enige familiale speler van betekenis over in de verfsector, en houdt in crisistijd meer dan stand.

Is dit een houding waarmee we ook vandaag het verschil kunnen maken?

Hoe een verwijt van eerlijkheid mij op het spoor zette van onze mensgedreven aanpak
Getagd op: